Het ZOMERAKKOORD.
In de huidige situatie bedragen de nalatigheidsintresten en moratoriumintresten 7 %, terwijl de wettelijke rentevoet voor 2017 slechts 2 % bedraagt.
In de nieuwe situatie zal de belastingplichtige vanaf volgend jaar geen onrealistisch hoge rentevoet van 7% meer aangerekend krijgen. Nalatigheidsintresten worden vastgelegd op 4%, " om op die manier zogezegd een incentive te creëren om zijn fiscale schulden te voldoen ".
Doch de interestvoet zal steeds tussen 4 en 10 % liggen. Hij wordt nu gekoppeld aan de OLO-rente op 10 jaar, met een minimum van 4% voor nalatigheidsinteresten en 2% voor moratoriuminteresten. Voor volgend jaar zullen die minima ook de effectieve tarieven zijn.
Als de fiscus een reeds betaalde belasting moet teruggeven aan een burger, betaalt hij daarop moratoriuminteresten. De moratoriumintresten zullen steeds 2% lager zijn dan de nalatigheidsintresten.
In 2016 heeft de Staat -191 mio EUR méér interesten moeten betalen dan dat ze ontvangen heeft. Uit de Memorie van Toelichting geschiedde het onderscheid tussen de nalatigheidsinteresten en de moratoriuminteresten "omwille van budgettaire overwegingen ".
Mijn inziens zou de vraag eerder moeten zijn ofschoon de fiscus geen onterechte belastingen int?
Een belangrijke nieuwigheid is ook dat de moratoriuminteresten niet meer automatisch beginnen te lopen. De belastingplichtige moet er expliciet om vragen. Hij moet de fiscus immers in gebreke stellen.
Wie vergeetachtig is, riskeert dus (een deel van de) moratoriuminteresten mis te lopen.
Inwerkingtreding: aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018.