top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverSerge Vergeylen

CASHBETALINGEN AFRONDEN


Vanaf 1 december 2019 ronden we cashbetalingen af op 5 cent. De munten van 1 en 2 cent blijven wel nog geldig als betaalmiddel.

Wie moet afronden?

De verplichting om af te ronden, geldt voor alle cashbetalingen en voor alle ondernemingen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven.

Niet enkel ondernemingen in de gebruikelijke zin van het woord, maar alle economische actoren zoals vrije beroepen, overheden, verenigingen al dan niet met winstoogmerk.

Hoe gaat het afronden in zijn werk?

Het totaalbedrag van alle aankopen die de klant cash betaalt moet afgerond worden. Het is dus niet de bedoeling om de prijs van elk afzonderlijk artikel af te ronden.

Ondernemingen moeten cashbetalingen door de consument afronden als:

* de betaling geschiedt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming en

* het te betalen bedrag groter is dan 5 cent.

Afronden is dus niet toegelaten in geval van verkoop op afstand en tussen particulieren of ondernemingen.

Als de onderneming beslist om de afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen dan de betaling in cash, wordt de afronding gemaakt op het totaalbedrag (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt). In dat geval is er een duidelijke affichering met de volgende tekst.

" Het totaalbedrag wordt altijd afgerond "

Het kassaticket of ander bewijsdocument geeft duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag weer, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag.

Hoe afronden?

Het totaalbedrag wordt afgerond naar het dichtste veelvoud van 5 cent, oftewel het lagere oftewel het hogere.

* Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 1 of 2 cent, wordt afgerond naar het lagere x,x0.

* Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 3,4, 6 of 7 cent, wordt afgerond naar x,x5.

* Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 8 of 9 cent, wordt afgerond naar het hogere x,(x+1)0.

bijvoorbeeld;

12,91 (92) wordt 12,90 €

12,93 (94-95-96-97) wordt 12,95 €

12,98 (99) wordt 13,00 €

Wat met de BTW?

De btw moet in principe worden geheven op de werkelijk betaalde prijs, dus moet de afronding logischerwijze volgens de traditionele regel van drie over de verschillende categorieën goederen worden gespreid. Daaruit vloeit natuurlijk een administratieve last voort die buitensporig is in verhouding tot de bescheiden bedragen.

Daarom stelt de fiscus zich tolerant op door toe te laten dat de btw wordt berekend op het totale te betalen bedrag per groep producten met hetzelfde btw-tarief voor de afronding. Op de facturen en de kassabonnetjes moeten voortaan het totale te betalen bedrag voor afronding staan en het effectief betaalde afgeronde bedrag.

Hetzelfde geldt voor de btw-bonnetjes, waarop drukkers plaats zullen moeten laten voor de twee in te vullen bedragen. De oude bonnenboekjes die nog in omloop zijn, mogen worden gebruikt tot uitputting van de voorraad, maar om in het kader van het economisch recht in orde te zijn, zal degene die ze uitreikt er wel het door de klant te betalen volledige bedrag voor afronding en het afgeronde, effectief betaalde bedrag op moeten vermelden.


bottom of page